24 - 09 - 24

Wet collectieve warmte weer uitgesteld

De invoering van de Wet Collectieve Warmte wordt opnieuw uitgesteld. Minister Hermans meldt dat de invoeringsdatum van 1 januari 2025 niet langer haalbaar blijkt.

Eerder stuurde de minister al een aantal wijzigingen m.b.t. het warmtetarief naar de Tweede Kamer. Op dit moment zijn de maximumtarieven voor warmtelevering gekoppeld aan de gastarieven. Het idee hierachter is dat warmteklanten nooit duurder uit mogen zijn dan mensen die hun huis met aardgas verwarmen, ook wel bekend als het niet-meer-dan-anders-principe. Die koppeling zal op termijn verdwijnen met de invoering van de nieuwe warmtewet, de Wet collectieve warmte (WCW), maar de invoering daarvan kan nog wel even duren.

Vooruitlopend daarop komt het kabinet nu met wijzigingsmaatregelen om de warmtetarieven alvast iets te dempen.

[Tekst gaat verder onder de infographic]

Wet collectieve warmte

Bron: Rijksoverheid.nl

 

Drie wijzigingen

Het gaat om wijzigingen in de berekening van het maximale tarief dat warmtebedrijven aan hun klanten mogen vragen. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) voert die berekening jaarlijks uit. Eerder deze maand kwam de ACM tot de conclusie dat de nieuwe maatregelen uitvoerbaar zijn, maar dat ze niet automatisch tot prijsverlaging leiden.

  • Energiebelasting en onderhoudscontract

De eerste wijziging is dat de ACM de verhoging van de energiebelasting voor aardgas niet meer zal meenemen in de berekening van de maximumtarieven. Die belasting wordt jaarlijks verhoogd om mensen te stimuleren over te stappen van aardgas naar een alternatieve warmtevoorziening. “Voor verbruikers van warmte gaat dit niet op, aangezien zij al aangesloten zijn op een alternatieve warmtevoorziening”, schrijft minister Hermans in de toelichting.

  • Kosten voor cv-onderhoud

De tweede verandering betreft het meenemen van de kosten voor cv-onderhoud in de berekening, een ander onderdeel van het niet-meer-dan-anders-principe. Het huidige referentiecontract is het all-in servicecontract voor cv-ketels. Dat is relatief duur en steeds minder gasgebruikers sluiten deze af. De ACM zal daarom voortaan rekenen met de gemiddelde kosten van de verschillende soorten onderhoudscontracten.

  • Peilmomenten

Er komen drie peilmomenten om de prijs van een gemiddeld gascontract te bepalen. Tot nu toe werkt de ACM met één peilmoment, ergens in de periode november-december. Door de volatielere gasprijs groeit het risico dat gas toevallig net relatief duur is op dat peilmoment, of juist goedkoop. Meerdere peilmomenten zouden een realistischer beeld moeten geven van de werkelijke prijzen.

De ACM moet daarom straks gaan peilen in september, oktober en november. Concreet gaat het dan om het gemiddelde van de gascontracten voor één jaar vast door de tien grootste Nederlandse gasleveranciers.

Hulp nodig icon

Hulp nodig?

Heeft u hulp nodig? Ga dan voor meer informatie naar onze helpdesk pagina. Onze helpdesk is er voor al uw vraagstukken m.b.t. Juridische, Bouwkundige en Energie vragen.

Naar de helpdesk

Ontvang elke maand de nieuwste artikelen in je mailbox